top of page

Opsluiting in eigen atelier: Mishandeling in vereniging of escalerend conflict?

De afgelopen weken trok ik van rechtbank naar rechtbank. Ik woonde zitting na zitting bij – telkens in strafzaken -  ofwel rauwe verhalen. Emoties liepen hoog op en steeds weer volgde de vraag: hoe verhouden schuld, straf en rechtvaardigheid zich tot elkaar? Eén zaak sprong er voor mij uit. Intrigerend, verontrustend en typerend voor hoe persoonlijk en heftig conflicten kunnen zijn. Die zaak deel ik vandaag met u. Aan het eind stel ik u de vraag: hoe kijkt ú naar deze zaak?


Beeld: Marijn van der Heijde
Beeld: Marijn van der Heijde

De relevante feiten

Centraal in deze zaak stonden een man, eigenaar van een atelierwinkel (hierna: het slachtoffer) die door twee mannen – een ex-werknemer (de verdachte) en diens vriend (de medeverdachte) – in zijn eigen atelier werd mishandeld.

Na een periode zonder contact had de verdachte wederom contact opgenomen met het slachtoffer. Hij gaf enkele atelier-gerelateerde spullen af, naar eigen zeggen kosteloos. Later eiste hij hier toch geld voor, waarop het slachtoffer hem € 80 betaalde. Vervolgens vroeg de verdachte meerdere keren om extra geld, wat het slachtoffer weigerde.

Deze situatie escaleerde op de dag dat zowel de verdachte als de medeverdachte het atelier betraden. De medeverdachte deed de deur op slot en haalde de sleutel eruit. Samen liepen zij naar het achterste gedeelte van het pand, waar geen klanten kwamen. Daar eiste de verdachte € 500 voor enkele machines. Het slachtoffer ontkende enige schuld. Toen hij probeerde te vluchten, merkte hij dat de deur op slot zat. Volgens verklaringen werd hij op zijn enkels getrapt door de medeverdachte, waarop een gevecht ontstond. Buitenstaande getuigen zagen het gebeuren, maar konden niet ingrijpen vanwege de gesloten deur.

De mishandeling leidde tot zowel lichamelijk letsel als immateriële schade. Het slachtoffer diende twee vorderingen in:

  1. Materiële schade: ziektekosten à € 99.

  2. Immateriële schade: € 1.100, voor pijn, angst en psychisch leed.


Standpunten van de partijen

Officier van Justitie: Dreiging, geen ontsnapping mogelijk

De officier van justitie (OvJ) legde de nadruk op de dreigende situatie: het slachtoffer werd in zijn eigen atelier opgesloten en kon nergens heen. Volgens de OvJ liep een financieel conflict volledig uit de hand en mondde het uit in geweld, zoals ook waargenomen door getuigen. Ze eiste een veroordeling voor mishandeling in vereniging, met een straf gelijk aan die van de medeverdachte – gelijke monniken, gelijke kappen: 

  • 60 uur taakstraf

  • Toewijzing van de materiële schade (€ 99)

  • Gedeeltelijke toewijzing van de immateriële schade: € 200


Advocaat: Geen sprake van medeplegen

De verdediging had een andere lezing. De advocaat stelde dat de aanloop naar het incident niet op camerabeelden te zien is en dat de verdachte niet wist dat de deur op slot was gedaan. Zij betoogde dat haar cliënt de situatie juist probeerde te de-escaleren, maar aan de kant werd geduwd. Er was, aldus de advocaat, sprake van een ruzie waarin het slachtoffer als eerste fysiek werd.

De advocaat wees erop dat de verdachte first offender was en bovendien nog herstellende was van een auto-ongeluk. Zij vroeg daarom om een voorwaardelijke straf. Wat betreft de schadevergoedingen erkende zij het immateriële leed, maar betwistte de materiële vordering vanwege gebrek aan onderbouwing.


Oordeel van de Rechtbank

De rechtbank achtte het medeplegen van mishandeling bewezen. Doorslaggevend waren de feiten dat beide mannen het slachtoffer samen aanspraken, hem naar achteren begeleidden, en dat de deur werd afgesloten waardoor vluchten onmogelijk was. De stelling dat het slachtoffer de confrontatie begon, achtte de rechtbank niet bewezen.

De straf viel lager uit dan de eis:

  • 40 uur taakstraf

  • Toewijzing van € 400 aan immateriële schade

  • Afwijzing van de materiële schadevordering, wegens onvoldoende onderbouwing

De verhoging van het bedrag voor immateriële schade werd gerechtvaardigd door de ernst van de situatie: het slachtoffer was opgesloten in zijn eigen zaak, zonder mogelijkheid tot ontsnapping.


Reflectie: Slachtoffer in een Veilige Ruimte?

Wat deze zaak voor mij bijzonder maakt, is dat iemand in zijn eigen professionele omgeving – een plek waar men zich veilig zou moeten voelen – niet alleen wordt bedreigd, maar ook fysiek wordt aangevallen. De poging om te vluchten maakt de dreiging des te schrijnender, en het feit dat die vlucht onmogelijk werd gemaakt, des te ernstiger.

Persoonlijk had ik een gelijke straf verwacht voor de medeverdachte. Toch valt er iets te zeggen voor de genuanceerde afweging van de rechtbank. Ze erkent de ernst van de situatie én houdt oog voor individuele rolverdeling en omstandigheden.


Tot Slot

Is dit een passende straf, in verhouding tot de feiten? Had de rechtbank zwaarder moeten straffen, of heeft zij juist recht gedaan aan de complexiteit van de situatie? Hoe kijkt u naar deze zaak? Laat het ons vooral weten! 




Logo Ad Informandum uitgeschreven rode letters-2.png
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Instagram

© 2025 Ad Informandum

bottom of page