top of page

De dunne lijn tussen daderschap en slachtofferschap

Het verschil tussen slachtoffers en daders lijkt op het eerste oog simpel, maar de lijn tussen slachtoffer- en daderschap is dunner dan je zou denken. Kirsten Buursema onderzoekt hoe slachtofferschap daderschap kan voeden en vice versa, en onderzoekt hoe deze vicieuze cirkel doorbroken kan worden.

De relatie tussen daders en slachtoffers lijkt simpel: bij de meeste misdrijven is er immers sprake van een dader en een slachtoffer. Toch is deze verhouding een stuk gecompliceerder dan het lijkt. Een slachtoffer kan dader worden, een dader kan slachtoffer worden en iemand kan tegelijkertijd dader én slachtoffer zijn. Deze twee partijen zijn veel meer met elkaar verweven dan de meeste mensen denken. Hierdoor kan het soms ingewikkeld zijn om de rol van een dader en een slachtoffer te onderscheiden, vooral in situaties waarin er meerdere factoren en omstandigheden meespelen.


Volgens het Wetboek van Strafvordering is een slachtoffer degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. Ook nabestaanden worden als slachtoffers beschouwd. Volgens De Dikke van Dale is een slachtoffer ‘iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt’. Een dader wordt beschreven als iemand die iets (slechts) gedaan heeft. Dit begrip wordt heel ruim uitgelegd, waardoor het diepgaande inzicht dat recht doet aan de omvangrijkheid van de kwestie ontbreekt. Is de lijn tussen dader en slachtoffer wel zo breed als het lijkt? En hoe ziet het complexe spel tussen slachtoffer- en daderschap eruit, en hoe moeten we hier in het recht mee om gaan?


De link tussen delinquentie en slachtofferschap


Uit verschillende onderzoeken die door de jaren heen zijn afgenomen blijkt dat daders in het verleden relatief vaak zelf slachtoffer zijn geweest van criminaliteit. Daarnaast hebben daders een hogere kans om in de toekomst slachtoffer van criminaliteit te worden dan personen die geen criminaliteit plegen. Hiervoor worden twee verschillende verklaringen gegeven. Volgens de eerste verklaring bestaat er een direct wederkerig verband tussen dader- en slachtofferschap. Zo heeft het plegen van delicten een directe invloed op de kans om slachtoffer te worden en slachtofferschap heeft een directe invloed op de kans om later zelf delicten te plegen. Volgens de tweede verklaring lijken daders en slachtoffers in veel opzichten op elkaar. De gedeelde kenmerken tussen beiden kunnen ervoor zorgen dat een slachtoffer dader wordt en vice versa.


Gedragsveranderingen na aanraking met criminaliteit


Het wederkerige verband uit de eerste verklaring wordt verklaard doordat men ervan uitgaat dat personen door hun ervaringen met dader- of slachtofferschap hun houdingen en gedrag veranderen. Zo’n verandering kan ertoe leiden dat een persoon een grotere kans heeft om dader of slachtoffer te worden. Een voorbeeld hiervan is een slachtoffer van mishandeling, dat achteraf een rekening wil vereffenen met degene die hem mishandeld heeft. Als iemand het gevoel heeft dat onrecht is aangedaan, kan dit motivatie geven om zelf iets crimineels te doen. Dit is niet alleen bij geweldsdelicten het geval, maar bijvoorbeeld ook bij vermogensmisdrijven. Sommige mensen compenseren het verlies van iets dat van hen is afgenomen door zelf een soortgelijk iets te stelen. Een voorbeeld hiervan is iemand die een fiets steelt nadat zijn eigen fiets is gestolen. Misschien ken je zelf ook wel iemand die na een avondje stappen niet op zijn of haar eigen fiets naar huis ging.


Bovenstaande voorbeelden illustreren situaties waarin slachtofferschap kan leiden tot een toename van delinquent gedrag. Het omgekeerde hiervan is ook mogelijk. Daders van misdrijven kunnen worden geconfronteerd met vergeldingsacties van slachtoffers of hun naasten. Hierdoor is de kans groter dat zij zelf ooit slachtoffer worden van een misdrijf. Daarnaast zijn criminelen aantrekkelijke doelwitten voor andere criminelen, omdat er relatief veel te halen valt en omdat zij minder snel aangifte doen als zij slachtoffer zijn geworden.


Risicofactoren en leefpatronen


Volgens de tweede verklaring hebben daders en slachtoffers op verschillende vlakken iets met elkaar gemeen. Door de jaren heen is uit meerdere onderzoeken gebleken dat sommige bevolkingsgroepen een groter risico lopen om zowel dader als slachtoffer te worden van criminaliteit. Dit komt onder andere door factoren zoals armoede, gebrek aan onderwijs, werkloosheid en blootstelling aan geweld en discriminatie. In veel gevallen hebben daders en slachtoffers dan ook een vergelijkbaar leefpatroon. Een risicovolle leefstijl kan van invloed zijn op de kans dat iemand dader of slachtoffer wordt.


Bovendien zorgt een vergelijkbare levensstijl ervoor dat daders en slachtoffers elkaar vaak tegenkomen. In sommige gevallen maken zij deel uit van hetzelfde sociale netwerk en in andere gevallen komen zij elkaar regelmatig tegen tijdens dagelijkse activiteiten. Dit wordt ook wel ‘the principle of homophily’ genoemd. In Nederland hebben we hier geen speciaal woord voor, maar het staat voor sociale homofilie. Dit houdt in dat mensen de neiging hebben om om te gaan met mensen die op hen lijken. Als je veel omgaat met potentiële daders, vergroot dit de kans op slachtofferschap. Daarnaast komen delinquenten vaak in aanraking met andere delinquenten, waardoor ook hun kans op slachtofferschap groter is. Zowel de kans op daderschap als de kans op slachtofferschap wordt dus vergroot door bepaalde levensstijlen.


Dilemma’s bij het straffen van slachtoffer-daders


Zoals hierboven beschreven, is er een duidelijke wisselwerking tussen slachtoffer- en daderschap. Slachtofferschap vergroot de kans dat iemand een dader wordt, terwijl daderschap op zijn beurt de kans vergroot om slachtoffer te worden. Deze dynamiek kan leiden tot een vicieuze cirkel waarin personen verzeild kunnen raken. Het straffen van deze daders en het begeleiden van de slachtoffers roept daarom een aantal vragen op. Hoe kunnen we de balans vinden tussen straf en ondersteuning? Welke vormen van straf en begeleiding zijn het meest effectief? Kunnen we rekening houden met individuele omstandigheden en behoeften van daders en slachtoffers? En zo ja, in welke mate kunnen we daar rekening mee houden?


Preventie is van belang om de vicieuze cirkel te doorbreken. Dit is het identificeren en aanpakken van risicofactoren zoals blootstelling aan geweld, instabiele gezinssituaties, omgang met verkeerde mensen, en middelenmisbruik. Oplossingen waar we dan aan moeten denken zijn ondersteuning bij het afkicken, uithuisplaatsing en het bevorderen van positieve sociale interacties. Een voorbeeld hiervan hoorde ik tijdens een bezoek aan Reclassering Nederland, waarbij vrouwelijke daders die slechte ervaringen hebben met mannen in een zorginstelling worden geplaatst met alleen maar vrouwen. Dit voorbeeld beantwoordt alle bovengenoemde vragen. Er wordt dus een balans gevonden tussen straf en ondersteuning. Uit de praktijk blijkt dat deze straf in combinatie met begeleiding effectief werkt. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de dader.


De vicieuze cirkel breken


Uit bovenstaande voorbeelden blijkt wel dat een gevangenisstraf niet altijd passend is en dat veel mensen gepersonaliseerde hulp nodig hebben om uit hun vicieuze cirkel los te breken. Psychologische hulp kan hierbij ook van groot belang zijn, omdat het daders helpt om te leren omgaan met de gevolgen van hun daden en het slachtoffers ondersteunt bij het verwerken van een gebeurtenis. Uiteraard is het bij het geven van straffen, maatregelen of andere hulp belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de rechtvaardigheid voor slachtoffers en de behoeften van daders.


De relatie tussen slachtofferschap en daderschap is dus veel complexer dan veel mensen denken. Het is dan ook cruciaal om passende hulp te bieden aan deze mensen. Doordat veel daders en slachtoffers zich in elkaars naaste omgeving bevinden, kan het lastig zijn om de juiste hulp of straf te vinden. Een samenleving waarin de juiste begeleiding voor zowel daders als slachtoffers centraal staat, is dan ook cruciaal om de dunne lijn tussen slachtofferschap en daderschap te kunnen doorbreken.

bottom of page