top of page

Achter de jeugd van tegenwoordig schuilt meer dan je denkt

De jeugd van tegenwoordig komt steeds vaker in aanraking met zware criminaliteit. Aan de oppervlakte worden er tal van oorzaken aangewezen, zoals social media en drillrap, maar deze zijn volgens Lara Frijters te kort door de bocht. Zit het hem inderdaad simpelweg in de jeugd van tegenwoordig, of is er meer aan de hand?

De laatste jaren merk ik dat er steeds meer geklaagd wordt over de jeugd van tegenwoordig. Ze zijn brutaal, niet gemotiveerd, onbeschoft en kennen hun plek niet. Het is van alle tijden, maar nu blijkt ook nog dat ze meer ernstige delicten plegen dan ooit. Het CBS en meerdere andere media publiceerden in 2021 en 2022 stuk voor stuk artikelen over de complexe zaken, het verviervoudigde wapenbezit en een stijging van zware delicten.[1] De conclusie: dat algemene criminaliteit is gedaald, maar dat de ernstige delicten zijn toegenomen onder de jeugd. Het is dan heel simpel om de schuld te geven aan de jongeren. Maar waar zit dit hem nou écht in?


Sociale media als dé oorzaak?


In mijn zoektocht naar het onderliggende probleem stuitte ik op talloze krantenkoppen en artikelen die allemaal lijken te wijzen naar dezelfde reden: de jeugd van tegenwoordig. Veel factoren spelen een rol binnen dit vraagstuk, wat ervoor zorgt dat er belangrijke nuances gemaakt kunnen en moeten worden. De jeugd van tegenwoordig afdoen als de jeugd van tegenwoordig, is daarbij te kort door de bocht. Andere oorzaken lijken daarbij ook niet altijd hout te snijden.


Zo zoekt landelijk jeugdofficier van justitie Rianne de Back de verklaring voor de recente ontwikkelingen onder de jeugd bij de sociale media. Het feit dat jongeren steeds meer wapens bij zich dragen, is volgens haar een combinatie van stoer doen en zelfverdediging. Immers: als vrienden een wapen mee naar school nemen en er iets gebeurt, is het vaak beter als je zelf ook een wapen bij je hebt. Dit, in combinatie met het impulsieve gedrag van pubers, zorgt voor de stijging van wapenbezit onder jongeren. Daarnaast maakt het internet de wereld een stuk kleiner en is het makkelijker om aan wapens te komen.[2]


Het lijkt erop dat de drempel voor zwaardere delicten verlaagd is. Waar komt die drang naar het bezitten van wapens dan vandaan? AT5 probeerde te achterhalen hoe deze ontwikkeling in Amsterdam plaats heeft kunnen vinden.[3]


Tijdens de coronapandemie vielen er veel dagbestedingen weg. Factoren als school en sport werkten beschermend tegen dit soort gedrag, en juist bij het wegvallen van deze factoren nam het internetgebruik toe. Uit ditzelfde onderzoek van AT5 bleek echter ook dat vooral plekken met veel armoede en (daarom dus ook) psychiatrie voorbodes zijn van geweld. Dagbestedingen, zoals school en sport, werken dus beschermend wanneer jongeren kwetsbaarder zijn. Deze dagbestedingen weerhouden de jeugd ervan om de criminaliteit in te gaan. Als deze bestedingen wegvallen, wat vaker voorkomt in wijken met een lage sociaal economische status, lijken sociale media en al haar verleidingen weer een stap dichterbij. Puur en alleen de schuld leggen bij de sociale media lijkt dus onterecht, daar ook de sociale context van jongeren een belangrijke rol speelt.


De sociaaleconomische status


Het hebben van een lagere sociaaleconomische status is op zijn beurt weer een risicofactor voor psychologische aandoeningen. Deze aandoeningen, zoals benoemd in de DSM-5 (het handboek voor het diagnosticeren van mentale stoornissen) worden al jaren in verband gebracht met criminaliteit.[4] Als het gaat om preventie van criminaliteit, zou het dus een idee kunnen zijn om mensen met psychische aandoeningen meer begeleiding te geven.


Daarnaast zou het recidiverend risico meegenomen kunnen worden bij het straffen van deze misdadigers. Ook is het maar de vraag of mensen met ernstige aandoeningen zich bewust zijn van hun gedrag en het effect daarvan op de samenleving. Dit effect van psychische aandoeningen kan van groot belang zijn, aangezien er steeds meer mensen in Nederland te maken krijgen met een psychische aandoening.[5]


Laatstgenoemde blijkt een grote rol te spelen. Gebaseerd op een sociale disorganisatietheorie die voortvloeide uit Amerikaanse onderzoeken naar geweld en criminologie, deden Bruinsma en Lieven onderzoek in Den Haag om te kijken of deze theorie ook in Nederland een rol speelt[6]. Deze sociale disorganisatietheorie kent veel verschillende invullingen, maar ze berusten allemaal op hetzelfde idee: er bestaan verschillende factoren die effect hebben op de manier waarop mensen samenleven. Deze factoren zijn sociale veranderingen, zoals de komst van immigranten, snelle urbanisatie, woningmobiliteit, etnische verschillen en familieverstoringen zoals het scheiden van ouders of het overlijden van naasten.


Het effect van sociale disorganisatie op jongeren


Er bestaan echter verschillende invullingen in welke factoren er precies invloed hebben en hoe al deze factoren samenhangen. Bruinsma en Lieven combineerden al deze factoren tot een allesomvattende theorie. In Den Haag werden op basis van deze theorie ingevulde vragenlijsten gecombineerd met politiegegevens over arrestaties en meldingen met betrekking tot jongeren.


Plekken met hoge niveaus van respect en vertrouwen blijken minder te maken te krijgen met misdaad. Dit is een interessante uitkomst, aangezien dit aanleiding kan geven voor een selffulfilling prophecy. Juist omdat er dit stigma bestaat rondom de jeugd van tegenwoordig, is er minder vertrouwen, hebben mensen minder respect voor elkaar en is er dus meer mogelijkheid tot (zwaardere) misdaad.


Een verklaring voor het effect van respect en vertrouwen is het feit dat deze twee eigenschappen van een samenleving kunnen zorgen voor gedeelde normen en waarden. Juist wanneer deze ontbreken, schuilt criminaliteit om de hoek. Genoemde factoren, zoals een lage sociaaleconomische status, familieverstoringen en urbanisatie leiden in het verlengde daarvan tot meer misdaad.


Deze factoren, zoals het scheiden van je ouders of het opgroeien in een arme en drukke wijk, zijn factoren waar je als tiener weinig tot geen invloed op hebt. Deze mix van factoren zorgt er echter wel voor dat jeugd zich onbegrepen en gefrustreerd voelt. Dit in combinatie met de beschikbaarheid van drugs en wapens via sociale media, en een toename van psychische aandoeningen lijken het perfecte recept te zijn voor de verharde jeugdcriminaliteit. Hoe al deze aspecten in concreto samenhangen is moeilijk te achterhalen, maar één ding is zeker: het ligt niet alleen aan de jeugd van tegenwoordig.

bottom of page